Programma 6 Inkomensondersteuning

Trends en ontwikkelingen

BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) 
We hebben een voordeel van ongeveer € 3.000.000 ten opzichte van wat is begroot. We begroten op dit punt behoedzaam. Op het moment zijn de uitkeringsaantallen laag, maar de vele onzekerheden die spelen op macro-economisch niveau, zorgen ervoor dat de financiën lastig te voorspellen zijn.  

Er zijn veel factoren van invloed op het BUIG-budget. Eén van deze factoren betreft het doorvoeren van het verhogen van het wettelijk minimumloon met 10,15%. Het wettelijke sociaal minimum is gekoppeld aan het wettelijk minimumloon en dit heeft direct invloed op het budget. Tevens kent het jaar 2023 een bijzondere indexatie van 8,05% voor het wettelijk sociaal minimum. Het tekort wordt middels een prijsbijstelling gecorrigeerd. De prijsbijstelling vindt niet plaats bij de voorlopige vaststelling, maar bij de definitieve vaststelling van het macrobudget 2023 (septembercirculaire). 

In het hiervoor genoemde voordeel van € 3.000.000 zit eveneens het budget voor de werkpremie verwerkt. Dit betreft een bedrag van € 300.000 voordeel, omdat het beleid omtrent de werkpremie nog moet worden vastgesteld (zie ook de doelenboom en de toelichting daarop). We willen werken meer lonend maken en iedereen die meedoet naar vermogen mag hier ook iets van merken. De groep bijstandsgerechtigden die (nog) niet in staat is voldoende inkomsten te genereren om de uitkering te beëindigen wordt groter. Via de invoering van een werkpremie wordt werken lonend gemaakt. Uiteindelijk kan dit leiden tot een hogere arbeidsparticipatie en lagere uitkeringskosten. 

Voor het jaar 2023 is een toename van 40 geprognosticeerd voor het aantal uitkeringen op grond van de Participatiewet. In werkelijkheid zijn er 131 uitkeringen minder verstrekt (gemiddeld). Tevens zijn er meer inwoners ondersteund door middel van loonkostensubsidies (inclusief Baan Afspraakbanen). De uitgaven voor loonkostensubsidies zijn hoger dan begroot, maar dit heeft een positieve werking op het aantal verstrekte uitkeringen. Daarbij is een voorziening loonkostensubsidies voordeliger voor de gemeente dan een uitkering. 

Uit diverse landelijke benchmarks blijkt dat we het al jaren goed doen op beïnvloedbare factoren waar het gaat om in- en uitstroom.

Debiteuren 
Er is een daling in het debiteurenbestand. De daling is voornamelijk een gevolg van het teruglopende aantal situaties waarin er een renteloze geldlening wordt verstrekt op grond van de Participatiewet. Daarnaast is, na consultatie van de accountant, een correctie toegepast op de jaarrekening 2022 door een voordelige mutatie te doen van € 2.500.000. 

Inburgering
De huisvestingstaakstelling is in 2023 door het rijk verlaagd van 297 naar 237. In 2023 hebben we 226 statushouders gehuisvest. Dit betekent dat er een achterstand is ontstaan.

Landelijke Voorziening Vreemdelingenopvang (LVV)
De LVV is bedoeld voor mensen die uitgeprocedeerd zijn en voor wie een duurzame oplossing wordt gezocht voor verblijf of terugkeer. Het beroep op de regeling fluctueert en wordt beïnvloed door de bekend veronderstelde problemen in de asielketen. In het kader van de LVV opvang hebben we in 2023 positief resultaat van €259.891,17 behaald. Dit bedrag wordt grotendeels veroorzaakt door dat we in december 2023 een specifieke uitkering van € 199.000 toegekend hebben gekregen. Daarnaast bleek het bedrag dat we via de decembercirculaire 2023 toegekend hebben gekregen hoger dan verwacht.

Deze pagina is gebouwd op 05/24/2024 14:26:46 met de export van 05/24/2024 14:20:34