Deze paragraaf geeft meer inzicht in de lokale heffingen en belastingen van de gemeente. Er wordt inzichtelijk gemaakt wat de verschillen zijn tussen de begrote en de werkelijke opbrengsten en waar nodig wordt hiervoor een verklaring gegeven. Tevens wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen van lokale lasten in Emmen, ten opzichte van de landelijke ontwikkelingen.
Beleid
Algemeen
De woonlasten voor de eigenaren/inwoners bestaan hoofdzakelijk uit de optelsom van OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Elk gezin betaalt afvalstoffenheffing en praktisch iedere woning is aangesloten op het riool. Huurders betalen geen OZB, dus daar is de omvang van afvalstoffen- en rioolheffing bepalend voor de woonlasten. Voor de lagere inkomens is er ook de mogelijkheid van kwijtschelding.
Voor een aantal heffingen staan daar rechtstreekse, individuele prestaties tegenover (leges, begraven, parkeren, markten).
Geraamde inkomsten
In onderstaande tabel is aangegeven welke inkomsten zijn begroot en wat de werkelijke inkomsten waren.
Nadere toelichting op de verschillen tussen begroot en werkelijk:
Onroerende zaakbelasting (OZB)
De OZB wordt geheven over woningen en over bedrijven (niet-woningen). De opbrengsten zijn dit jaar hoger uitgevallen dan begroot; dit had meerdere oorzaken. Traditioneel blijkt in de loop van het jaar dat een deel van de niet-woningen omgezet moet worden naar een woning. Dit komt aan de ene kant door verandering van waarde (als iets meer dan 70% woning is, dan wordt het als woning geregistreerd). Aan de andere kant telt een bouwperceel voor een woning formeel als niet-woning mee. Zodra de bouwactiviteiten starten, wordt het pas als woning (in aanbouw) geregistreerd. Omdat het tarief voor woningen anders is dan voor niet-woningen, zijn de inkomsten anders. Daarnaast heeft er een kwaliteitsslag plaatsgevonden: voor niet-woningen is er inmiddels een betere registratie van de gebruikers en door de koppelingen van en samenwerking met verschillende basisregistraties kunnen we de kwaliteit van objectgegevens beter maken. Met name door de areaaluitbreiding (bouw van nieuwe objecten) is tenslotte ook een bedrag aan OZB hoger dan begroot ontvangen.
Afvalstoffenheffing
Per 2022 is in onze gemeente diftar ingevoerd. Dit houdt praktisch gezien in dat ieder huishouden een vast bedrag betaalt voor de afvalstoffenheffing (€ 220,-), met daar bovenop een bedrag per aanbieding van container of zak met restafval (€7,- respectievelijk €2,-). In het eerste jaar daalde de aangeboden hoeveelheid (rest)afval flink, waarna door diverse oorzaken deze hoeveelheid weer iets steeg. In het bijbehorende programma zal daar nader op in worden gegaan. De kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing wordt verderop in deze paragraaf besproken. Tenslotte is bij de beide bestuursrapportages al aangegeven dat er ten opzichte van de primitieve begroting een tekort zou zijn op de inkomsten. Dit door een onjuist ingeschatte verhouding tussen het vaste en het variabele tarief, maar ook door het verminderen van het aantal aanbiedingen van restafval ten opzichte van de eerste begroting.
Rioolheffing
De opbrengsten van de rioolheffing zijn vrijwel conform de begroting gerealiseerd.
Parkeren
Er is in 2023 meer dan begroot gebruik gemaakt van de parkeervoorzieningen, waardoor de opbrengsten hoger zijn. De naleving van het betaald parkeren is geïntensiveerd, wat naast een betere betaalmoraal ook resulteerde in een meeropbrengst voor de naheffingen van parkeerbelastingen.
Sporttarieven
Bij sport is er sprake van een licht hogere opbrengst ten opzichte van de begroting. De bij de Berap aangegeven wijzigingen zijn enigszins te hoog geweest.
Grafrechten
Er is een neergaande trend in het aantal klassieke begrafenissen en een toename in het aantal crematies en natuurbegrafenissen. Achterliggende oorzaken zijn de verschillen in initiële kosten en de tijd/kosten die men in de jaren erna dient te besteden. Echter de bij de berap ingeschatte wijzigingen zijn niet behaald.
Bouwleges
De inkomsten op leges voor vergunningen zijn vrijwel conform de begroting gerealiseerd. De verwachting is dat de inflatie een mogelijke oorzaak van een minderopbrengst ten opzichte van vorige jaren is, want (ver)-bouwen is duurder is geworden. Aannemers zijn ook druk bezet en mogelijk werden activiteiten daardoor uitgesteld.
Leges documenten
In 2023 zijn de totale inkomsten op reisdocumenten en rijbewijzen hoger dan begroot. Daarnaast hebben er meer huwelijken plaatsgevonden, met de bijbehorende inkomsten. Daar staan ook hogere kosten tegenover, waar op in gegaan wordt bij de kostendekkendheid.
Overige belastingen
In 2023 hebben er meer overnachtingen binnen de gemeente plaatsgevonden dan vooraf was begroot. Dit verklaart de hogere inkomsten op de toeristenbelasting. In 2023 is (na 2 jaren van niet opleggen) de reclamebelasting ook weer opgelegd. De inkomsten hiervan bleven iets achter op de begroting.
Kostendekkendheid van heffingen
Omdat een belastingplichtige geen keuze heeft om ze te ontgaan, heeft de wetgever bepaald dat de hoogte van de tarieven afvalstoffenheffing en rioolheffing, diverse leges en de lijkbezorgingsrechten (begraven) maximaal kostendekkend mogen zijn. De gemeente mag er niet aan verdienen. Voor andere heffingen geldt niet dat er verplichte afname bestaat, maar men kan ook niet naar een concurrent. Daarom mogen ze ook maximaal kostendekkend zijn. De toetsing van de maximale kostendekkendheid vindt plaats bij de begroting. Bij de jaarrekening wordt inzichtelijk gemaakt wat de werkelijke kostendekkendheid was. Wanneer er sprake is van overdekking, wordt het restant gestort in een voorziening.
Rioolheffing
Bij de begroting was rekening gehouden met een kostendekkendheid van de rioolheffing van 96%. Volgens bovenstaande tabel is dat in 2023 uiteindelijk toch ruim 104% geworden, waardoor er een storting in de voorziening heeft plaatsgevonden. De dekking is hiermee 100%. De reden voor de overdekking is dat er minder rioleringsprojecten zijn uitgevoerd waardoor de kosten lager zijn uitgevallen. Hierdoor is er ook minder btw toegerekend dan waar bij de begroting vanuit werd gegaan.
Afvalstoffenheffing
In 2022 is het systeem van Diftar ingevoerd, waarna we in 2023 het eerste reguliere jaar hadden, zonder bijzondere vrijstellingen. Dus pas nu 2023 voorbij is weten we wat de aantallen aanbiedingen zijn voor het restafval, gemeten over een heel jaar. Bij de begroting is uitgegaan van een kostendekkendheid van 93%, waarbij de verwachting was dat er een bedrag aan de voorziening onttrokken moest worden. Gedurende het jaar bleek dat het totaal aantal aanbiedingen door onze inwoners minder was dan waar we vooraf rekening mee hadden gehouden. Dit zorgt ervoor dat er minder inkomsten zijn, maar zorgt ook voor lagere kosten. Dit is ook bij de beide Beraps aangegeven. De kostendekkendheid is voor mutatie in de voorziening uitgekomen op 97,65%, waardoor er een onttrekking heeft plaatsgevonden voor 100% kostendekkendheid.
Begraven
Bij begraven is sprake van een vergelijkbaar dekkingspercentage als bij de begroting. Het natuurbegraven is een trend, wat invloed heeft op de inkomsten. Kosten en opbrengsten zijn vergelijkbaar als begroot.
Leges
In onderstaande tabel is gedetailleerder aangegeven wat de baten en lasten zijn van de leges en de kostendekkendheid per titel.
De kostendekkendheid van de leges is toegenomen van 35% in de begroting naar ruim 50% in deze jaarrekening. Dit komt met name door de hogere opbrengsten bij de burgerlijke stand, en de flinke toename van aanvragen van reisdocumenten en rijbewijzen (titel 1) . Sommige van de genoemde legessoorten kennen een zeer lage kostendekkendheid, doordat de producten vrijgesteld zijn van leges (bijvoorbeeld aangifte geboorte/overlijden en verhuizingen), de kostendekkendheid kan hier niet omhoog. Andere leges zijn aan maximale tarieven gebonden, deze zijn niet altijd kostendekkend.
Lastendruk 2023
Al enkele jaren zijn de woonlasten in Emmen min of meer bevroren en is de stijging van prijzen van onze diensten beperkt tot maximaal de landelijke prijsindexering. Al enige jaren worden in Emmen de stijgingen voor belastingen, heffingen en tarieven zoveel mogelijk beperkt. In de begroting is voor 2023 rekening gehouden met een bevriezing van de OZB: de aanslag voor OZB van de gemiddelde woning moest ongeveer gelijk blijven (de toename van de begroting ten opzichte van vorige jaren is vanwege de areaaluitbreiding). Daarnaast zijn de tarieven voor rioolheffing licht verhoogd en is de afvalstoffenheffing sinds 2022 afhankelijk geworden van het aantal aanbiedingen (diftar). De tarieven hiervoor zijn gelijk gebleven aan 2022. De uiteindelijke lasten zijn weergegeven in het volgende overzicht, waarbij voor de huurder en de eigenaar uit is gegaan van dezelfde (gemiddelde) WOZ-waarde en voor de afvalstoffenheffing van een gemiddeld aantal aanbiedingen. Doordat er uiteindelijk gemiddeld minder aanbiedingen van (rest-) afval waren, zijn de lasten afvalstoffenheffing gedaald voor iemand die gemiddeld minder heeft aangeboden dan vorig jaar of wat wij vooraf verwachtten.
Door het beleid van de afgelopen jaren om de stijging van de woonlasten te beperken, is de positie van de gemeente Emmen op de COELO ranglijst van gemeenten met de hoogste woonlasten in de afgelopen jaren verbeterd. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de woonlasten weergegeven. In vorige jaren hebben we de plaats op de ranglijst voor de 37 grote gemeentes in Nederland weergegeven. Echter, Coelo stelt daar sinds dit jaar geen afzonderlijk rapport meer van op. We kiezen er daarom voor om de cijfers te gebruiken van het rapport van alle gemeenten in Nederland. Alle gemeenten hebben een rangnummer die aangeeft hoe hoog de woonlasten zijn in vergelijking met andere gemeenten. Nummer 1 heeft hierbij de laagste woonlasten, nummer 352 de hoogste.
Daarnaast gaat Coelo uit van een gemiddeld lagere waarde voor een huurwoning, daarom is er verschil tussen de bedragen bij een huurwoning in bovenstaand en onderstaand schema. Tenslotte lijkt er een flinke stijging te zijn van de lokale lasten in 2023, landelijk gezien. Dit is niet het geval, maar het gevolg van een nieuwe wijze van berekenen door Coelo per 2022.
*De ozb-aanslag per huishouden is berekend door uit te gaan van de gemiddelde woz-waarde van koopwoningen in de betreffende gemeente. Dit is anders dan in voorgaande jaren, toen werd de berekening uitgevoerd op basis van de gemiddelde woz-waarde van koop- en huurwoningen tezamen. Er waren voorheen geen andere gegevens beschikbaar. Het CBS publiceert vanaf 2022 naast deze totale gemiddelde woz-waarde ook de gemiddelde woz-waarde van alleen koopwoningen en van alleen huurwoningen. We willen inzichtelijk maken welk bedrag huishoudens met een koopwoning gemiddeld betalen voor de ozb. De gemiddelde waarde van koopwoningen per gemeente geeft dan een beter beeld dan de gemiddelde waarde van koop- en huurwoningen samen. Om de mutatie van de ozb te berekenen is de gemiddeld betaalde ozb in 2021 herberekend, ook in 2021 gaan we nu uit van de gemiddelde waarde van koopwoningen (Bron: Coelo-rapportage grote gemeenten 2022)
Voor een visueel beeld van de lastendruk voor de inwoners in relatie tot de omliggende gemeenten is onderstaand figuur toegevoegd. De bron hiervan is de rapportage van Coelo over 2023.
Kwijtschelding
Inwoners met een laag inkomen hebben recht op kwijtschelding van de OZB, riool- en afvalstoffenheffing. Verzoeken om kwijtschelding moeten worden getoetst aan de landelijke normen die zijn vastgesteld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De raad heeft hierin enige beleidsvrijheid en heeft besloten om een kwijtscheldingsnorm van 100% te hanteren. Dit betekent dat aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau voor kwijtschelding in aanmerking kunnen komen indien zij aan de normen voldoen. De gemeente Emmen gaat uit van volledige kwijtschelding en bij de normering wordt gebruik gemaakt van de meest ruime norm.
Het bedrag voor kwijtschelding van lokale lasten is al enkele jaren begroot op ongeveer € 1,1 mln. Het overgrote deel van de kwijtschelding betreft de afvalstoffenheffing. Omdat we in 2022 overgestapt zijn op diftar, heeft dit ook gevolgen voor de kwijtschelding. Waar voorheen een vast bedrag werd kwijtgescholden, is het kwijt te schelden bedrag nu afhankelijk van het aantal aanbiedingen van zakken of containers. De maximale kwijtschelding die iemand kan krijgen is ongeveer gelijk aan vorig jaar, maar als iemand minder dan het maximum heeft aangeboden, dan is het kwijt te schelden bedrag ook lager. Dit heeft invloed gehad op het totaal kwijtgescholden bedrag. Daarnaast zijn er minder aanvragen voor kwijtschelding geweest, en is het aantal aanbiedingen iets lager dan vooraf ingeschat. Het gevolg is dat er een lager bedrag is kwijtgescholden dan vooraf begroot was.